vrijwilligers aan het woord uit 2007





Deze verhalen uit 2007 noemden we "parels".




Ons naaiatelier vormt ongetwijfeld de oudste vrijwilligersactiviteit in het centrum. Al vele jaren gehuisvest op de eerste verdieping in Blok E, met wisselend succes wat het aantal bezoekers betreft, soms een bedrijvigheid als in een bijenzwerm, soms een rustig onderonsje. Maar er moet het hele jaar door wel voldoende voorraad van “van alles” zijn… Roos weet er alles van …


Hoe geraken wij aan gerief voor ons naaiatelier ?

Vermits ik al jaren allerhande naaigerief voor ons naaiatelier in Kapellen ophaal, is mijn naaste familie zo goed als blut aan zulke materialen. Ook mijn vrienden hebben al hun kasten en zolders leeggehaald, dus moeten wij het nu verderaf zien te krijgen.

Via via krijgen wij geregeld een oproep met de vraag of wij nog iets kunnen gebruiken. De regel is dan: alles of niets meenemen, want…enz…enz…Dus, met ’n lege auto daarheen. We worden hartelijk verwelkomd, want de mensen hun gang staat vol vuilniszakken – dus: in de weg – en ze zijn blij dat ze er vanaf geraken. Volle vuilniszakken worden ingeladen en wij naar huis. Zakken uitladen en uitkappen, zodat we “het” eens kunnen bekijken. De rommel wordt er uitgevist, zoals: “afsnijsels” van broekspijpen en van mouwen, voeringen uit een oude pardessus, oude korsetten met en zonder baleinen en nestels (roze !).

Kapotte kleren, verschenen stoffen met vuile randen, muizenkeutels, sigarettenpeuken, pissebedden vliegen de vuilbak in. Vuile kleren gaan naar de bakken op de straat. Wol met de mot in of uitgetrokken wol die te oud is en breekt als ge er aan trekt : weg ; kapotte ritsen, vuile sokken en onderbroeken : alles weg !De goeie stof, stikzij, wol, naalden, enz … worden mooi gesorteerd en dat gaat terug de vuilniszak in en die nemen we ’s maandags mee naar het opvangcentrum in Kapellen.

Wij zijn heel blij dat er in onze voorraad wol en stoffen nog geen motten of andere vieze dingen zitten. En zo kunnen wij weer met volle teugen en goede moed gerief geven aan de asielzoekers in Kapellen.


Roos Boeckx.




Dikwijls zijn er bewoners die de Nederlandse lessen van het C.V.O. niet kunnen volgen: te moeilijk, of de cursus al te ver gevorderd, of moeders met een klein kindje.

Betty en Maja vertellen respectievelijk over de conversatielessen die vrijwilligers geven en over de gelijktijdige kinderopvang, die ze organiseren …

Nederlandse “lessen”=vooral praten en oefenen in praktische conversatie.


1. Dorjee, Yantsin, Pema (uit Tibet)

- Het is heel vlot verlopen met Dorjee/ was heel gemotiveerd en gedreven/ ook correct in het nakomen van de afspraken. Ze heeft een studio gekregen en zou gaan Nederlands volgen in Antwerpen.

- Yantsin heeft na ongeveer 3 lessen afgehaakt (was ziek en bleef in haar bed liggen volgens Dorjee / volgens mij was ze ziek van heimwee).

- Pema heeft het tot ongeveer Pasen volgehouden maar heeft dan gekozen om een jobke te doen in het centrum en dan is hij niet meer opgedaagd.

2. Elina (uit Tsjetsjenië)

- Oorspronkelijk vooral terminologie leren om zich in het ziekenhuis uit de slag te kunnen trekken. Ook haar mama zoveel mogelijk in het gesprek betrekken.

- Sinds september wekelijks met haar de problemen bij haar cursus “Nederlands voor anderstaligen niveau 1” doornemen en oefenen in spreken. Heel gemotiveerd en heel dankbaar!

3. Rashida (Pakistan), Khava, Angela, Madina (uit Tsjetsjenië)

Gestart op 8 november met deze 4 vrouwen; tegelijk is een babysitdienst gestart om op hun kindjes te passen.

Ze helpen elkaar: de ene begrijpt een beetje Engels, de andere een beetje Duits …


Ze doen hun best en zijn erg gemotiveerd: hun opmerking “maar één keer in de week les!” Ze beseffen niet dat wij als vrijwilliger speciaal voor hen komen. Ze verwittigen niet als ze er niet kunnen zijn (slechts 1 x). Wij staan daar dan als lesgever en babysitter voor niets. We hebben het nadien met hen besproken en ze hebben beloofd dat één van hen zal bellen als ze alle 4 afwezig zijn.

Ik leer veel over andere culturen. Ik heb op die manier veel boeiende gesprekken over het thuisland, hun manier van leven ginder en hier, …

Ik leer ook veel over onze eigen taal: dingen die voor mij zo vanzelfsprekend zijn en waar ik nu moet over gaan nadenken om ze te kunnen uitleggen!


Betty Goossens.





Sinds een aantal weken ben ik ingeschakeld voor de kinderoppas. Terwijl de mama's Nederlands volgen, hou ik me met de kleintjes, gedurende een klein half uurtje, bezig.


We kunnen dan in de grote speelzaal terecht, wat iedere keer weer opnieuw een 'ontdekkingsreis' is. Omdat er héél veel speelgoed aanwezig is, wordt er telkens iets nieuws gevonden. Op een morgen, nadat Sinterklaas het centrum een bezoekje had gebracht, had ik hier en daar een pepernootje van de grond geraapt. Toch vond een van de jongens er nog één onder de tafel. Vliegensvlug kroop hij eronder en voor ik het in de gaten had, verdween de lekkernij in z'n mondje. En opdat ik het zeker niet van hem zou wegnemen, ging hij languit op de grond liggen, met z'n twee handjes voor z'n mond. Nou, probeer dan je lach maar eens in te houden ! Ach, het kan maar gesmaakt hebben. Sinterklaas komt per slot van rekening toch niet iedere dag !


Maja Metzelaar.





Zou er één vrijwilliger zijn, die bij de Grosso Modo nog nooit ergens in de bres gesprongen is ? Voor An, onze jongste vrijwilligster en haar vrienden, is dat zeker niet het geval …


Ook dit jaar kregen we een ploeg van 42 enthousiaste vrijwilligers bijeen om de twee togen op Grosso Modo te bemannen. 4 shiften van 1,5u à 2u maken dat het voor iedereen een aangename, niet te vermoeiende middag is. Sommige bezoekers winden zich aan de toog op over het feit dat er enkel NA-bier is, anderen laten dat niet aan hun hartje komen en zijn er van overtuigd dat ze behoorlijk dronken raken en gedragen zich er ook naar. Steeds amusant om van achter de toog te observeren!


An Chantrain.





Sinds enkele jaren vervoeren vrijwilligers in de grote vakantie kinderen van bewoners naar de kampen van “Jeugd en Vrede” … van Haspengouw tot aan het Vlaamse strand…

Meestal heel leuk, maar kinderen blijven kinderen volgens het verhaal van Rudi …


Op dinsdag 14 augustus reden twee auto’s naar De Haan. Onze kinderen van het Centrum in Kapellen hadden een week zeevakantie gegeten. Jef en ik besloten, gemakshalve, apart te rijden; het checkpoint was de kerk van Vissegem.

Misschien door een bizarre inval, maar ik had Kourosj, mijn Iraanse vriend van het Centrum, meegenomen. Zo kon hij het binnenland van zijn toekomstig land(?) leren kennen. Waar hij tijdens onze regelmatige conversaties als een ekster praatte, zweeg hij op dat ogenblik, de hele rit door. Hij luisterde ontspannen naar de lange rijen hoge canadapopulieren van het Waasland en liet zich zonder enige tegenstand door “ le plat pays, qui est le mien” in slaap wiegen.

Vissegem. Stil, vredig, een fietser, een vrouw met een stofdoek in de deuropening. Kourosj en ik loerden over de muren van het kerkhof en groetten onze vrienden van de toekomst.

Jef kwam aangereden en we wrongen langs bochtige wegen de laatste kilometers door de velden weg.

De jonge bende stond ons op te wachten. Iedereen wilde blijkbaar toch naar huis. Jef en ik overlegden wie, waar, hoe en in welke wagen iedereen de rit naar Kapellen zou maken. De zeewind echter, maar meer nog de beslistheid van onze jeugdige passagiers bliezen onze schikkingen weg.

“ Ik wil nooit in de auto, waarin die zit.”

“ Ze stinkt! Ik wil niet met haar in de auto!”

“ Wanneer die in de auto zit, kom ik niet mee.”

Jef en ik keken ongelovig en machteloos toe. Ik begon sussend een oplossing te suggereren. Maar niks van! We mochten er niet aan denken!

Totdat plots, een jongetje, klein en timide, zich aanbood en voorstelde in mijn auto plaats te nemen, zodat die en die apart en die en die samen konden zitten.

Kourosj loofde in zijn taal de kleine jongen, die zich als een ineengedoken vogeltje in mijn auto nestelde en verder niet meer aanwezig was.

Jef vertrok met zijn kornuiten, maar moest, na een kilometer al, halt houden. Een kampeerder moest even de spanning kwijt, letterlijk, in de slootskanten.

Een echte afspiegeling van onze samenleving, op weg naar Kapellen?


Rudi Gommeren.




Vrijwilligersinzet niet alleen bij grote evenementen, maar ook bij individuele contacten met bewoners van het centrum, zoals Rozita en Ingrid het doen …


Elke 2 weken gaan wij op bezoek bij de zwangere en pas bevallen vrouwen in het centrum. We blijven wat zitten babbelen, nemen de baby op de schoot (heerlijk!) en proberen babykleertjes te ronselen bij familie, vrienden of collega’s. Een luisterend oor voor kleine en al wat grotere problemen met eventueel doorverwijzing naar sociale of medische dienst. Meestal is dit erg prettig en ontspannend, maar soms ook frustrerend, omdat deze mensen zo’n enorme problematiek als vluchteling met zich meedragen, waarbij we enkel kunnen luisteren en stil knikken… Niettemin wordt er veel gelachen en is het onderlinge vrouwengevoel land- en taaloverbruggend.

Toen we pas begonnen met onze bezoekjes, vroegen we aan de assistenten om ons te introduceren bij de moeders, maar nu doet de ‘mond aan mond reclame’ zijn werk en vragen de mama’s zelf wanneer we nog eens terugkomen.

Op deze manier hopen wij ons steentje bij te dragen aan het thuis-gevoel van deze mensen, die al zoveel hebben meegemaakt.


Rozita De Graeve en Ingrid Van Ginneken.




Ontspanning, creativiteit, spontaneïteit, nog een verhaal van vrouwen onder elkaar, opgetekend door Ria …


Donderdagnamiddag komen we met enkele dames van de Amerikaanse Baptisten samen om de vrouwen in het centrum te "entertainen." Het is in eerste instantie onze bedoeling deze vrouwen een paar uur zorgeloze ontspanning te geven. Als je je moet concentreren op een plezierige bezigheid vergeet je even je zorgen. We doen van alles, o.a knutselen, koekjes bakken, bingo, picknick in de tuin enz.

Voor mij is nog altijd de leukste herinnering de picknick, we deden toen een beetje volksspelen o.a. zakkenlopen, maar daar ik stoffen zakken had die te smal waren, deden we het met plastiek vuilzakken . Maar een plastiek zak is helemaal niet sterk met resultaat dat die direct scheurden en zorgden voor hilarische effecten. Voor mij was het reuze om deze vrouwen zo spontaan en zo hartelijk te horen lachen; er was toen ook een ongelooflijke samenhorigheid.

Het enige spijtige is de taalbarrière, er zijn echt vrouwen bij die niks anders verstaan dan hun eigen taal en dat maakt het onmogelijk een goed gesprek te hebben. We proberen zoveel mogelijk in het Nederlands uit te leggen. Gelukkig zijn er altijd wel enkele die kunnen tolk spelen.

We hopen volgend jaar zo verder te kunnen werken en doen dit met veel plezier.


Ria Laenens.




Nog een vertrouwd beeld in het centrum is de ”huisraad”… vroeger in blok E boven, daarna in de hangar, momenteel achter de vestiaire, in de toekomst ???? Jen vraagt het zich af en Rit vertelt over een “ opruimoperatie “…


Ik weet niet of er over "de huisraad" nog veel te vertellen valt.

De huisraad en het speelgoed blijven binnen komen (met veel rommel ertussen). Het blijft nog altijd plezierig om tussen al die rommel toch nog iets nuttigs te vinden.

Op een bepaald moment merkten we dat er zeer weinig wegging. Even met assistenten gesproken en dan bleek dat de LOI's niks meekregen omdat er in de huizen van het OCMW toch alles voorradig was. Dit is ondertussen opgelost en er komt weer een doorstroming.

Soms hebben we teveel van bij voorbeeld lakens en dat brengen we dan naar een andere sociale instelling die werkt met mensen zonder papieren. Dus het komt allemaal goed terecht.

Wat onze "huisvesting" betreft: momenteel zitten we nog altijd achter de vestiaire. Wat de toekomst brengt is nog altijd een groot vraagteken. Waar moeten we heen en wanneer als op de plaats waar we nu zitten de bewonerskeuken komt ?


Jen Geerinck.




In het voorjaar werd Jen en mij gevraagd een inboedel te gaan doen in “de blokken” van Hoboken.

Eerst moesten wij de sleutel van het appartement gaan halen in Ekeren . Vol vertrouwen kregen wij de sleutel mee met als enige garantie dat ze hem ’s avonds graag hadden terug gehad. Die mensen hun oude moeder was naar het rusthuis vertrokken en zoals dat overal gaat, moest het appartement dringend leeggemaakt worden.

“Wij hebben al wat ons Bomma en wij niet meer konden gebruiken laten staan, neem gerust mee wat jullie kunnen gebruiken,” was de boodschap.

Zo gezegd, zo gedaan, wij met ons tweekes naar Hoboken gereden op een koude, stormachtige en regenachtige dag.

Boven op de 9de verdieping aangekomen met onze bananendozen wisten we niet wat we zagen.

Heel dat appartement stond nog vol met kastjes, borden, glazen, bestek, tapijten, potten, pannen, kleding… te veel om op te noemen!

Dus, zoals altijd, hop, hop, hop wij beginnen in te laden.

Toen de gang vol stond, alles naar beneden met de lift.

Van de sympathieke medebewoners kregen we vlug wat hulp, want al de losse spullen die we voor het inladen in de auto hadden buiten gezet gingen spontaan vliegen. En wij maar mee lopen en scharrelen om toch niks in de omgeving te laten liggen. En lachen natuurlijk, ’t was weer eens plezant.

Ondanks dat we kapot waren van ’t werken en sleuren zijn we voldaan naar het opvangcentrum gereden om daar alles uit te laden. De week daarop hebben we alles op zijn plaats gezet in de huisraad.

De bewoners die net iets nodig hadden, zullen content geweest zijn met zoveel keuze.


Rit Govaerts.




Vrijwilligers getuigen en stellen ook vragen i.v.m. hun respectieve inzet:Mimo: Kan ik vóór een nieuw ziekenbezoek enkele gegevens krijgen over de zieke, zoals, nationaliteit, taal, leeftijd, gezinstoestand, mogelijke duur van de opname in het ziekenhuis ?

Albert: Bij examenbegeleiding van de ama’s: betere afspraken met de betrokkenen en geen andere activiteiten op hetzelfde uur, a.u.b.

Zulke vragen worden onderling besproken en zo goed mogelijk opgelost. Maar alles kan je niet voorzien en verrassingen zijn nooit uitgesloten, zoals blijkt uit de volgende twee verhalen van Mit en van Norbert …


Op de vrijwilligersvergadering in september vroeg Jan van de Sociale Dienst of iemand een bewoner uit Bolivië, German, en zijn dochtertje Maria van 9 jaar met hun bagage naar Assent kon voeren. Samen met mijn man Willy hebben we enkele dagen later die verhuis gedaan, maar de kinderfiets van Maria kon niet meer in onze auto en bleef dus in het centrum. We beloofden hen het fietsje later eens te brengen.

Met Maria spraken we telefonisch af - de papa spreekt nog geen Nederlands – dat we hen zondag 6 januari zouden komen bezoeken.

Door familie omstandigheden was het voor ons niet eerder mogelijk geweest. Bij de Sociale Dienst van het opvangcentrum zouden ze proberen uit te vissen waar Maria haar fietsje ondertussen gebleven was.

Toevallig konden we vrijdagnamiddag via de koopjeskrant een meisjesfiets in Kalmthout op de kop tikken, want we konden moeilijk zonder fietsje naar Maria en German. Vrijdagavond rond 22u30 kregen we een e-mail van Sjauke dat ze uiteindelijk de fiets van Maria gevonden had bij een Pakistaanse familie, die hem zo lang in bruikleen had, en die hem onmiddellijk wilde teruggeven aan Maria. Zodoende waren er zaterdag 2 fietsjes beschikbaar. Zaterdagmorgen zijn we naar het opvangcentrum gereden en vergeleken we de 2 fietsjes met elkaar. Uiteindelijk bleek de pas gekochte fiets in een veel betere staat te zijn, zodat we de Pakistaanse familie de fiets lieten behouden.

Op zondagnamiddag kwamen we dan te Assent aan. Tot onze grote verwondering troffen we German en Maria niet thuis. Blijkbaar had Maria ons aan de telefoon niet goed begrepen. Na wat aarzelen klopten we aan bij hun buren en deze zouden dan uiteindelijk het fietsje aan hen bezorgen … wat volgens een plaatselijke OCMW - assistente ondertussen ook gebeurd is !


Mit Vermeulen.




Ik zou een bewoner uit Irak met zijn bagage naar Deurne voeren, waar hem een appartement van het OCMW was toegewezen na een positieve beslissing van zijn asielaanvraag. De man was nog maar korte tijd hier, had dus nog geen Nederlandse les kunnen volgen en sprak evenmin Engels. Daarom vroeg Kim aan een jongere vriend van hem of die wou tolken om met mij te kunnen afspreken wanneer we zouden rijden.

Die jonge man zegt lachend tegen Kim: “Betrouw je mij wel als tolk ?” en gaat dan zijn vriend opbellen om te komen afspreken. Ik wacht ondertussen in de sociale dienst op hun komst. Zodra de twee mannen er zijn, begint Kim in het Engels uit te leggen dat ik met mijn auto de bagage naar Deurne zal voeren en welke dag en uur voor mij best past. De “tolk” vertaalt – ik veronderstel in het Irakees - en er begint een heel gesprek tussen de twee mannen, waarvan wij niets verstaan. Na wat heen en weer gepraat zegt de tolk aan Kim: “ Hij vraagt waarom hij hier moet vertrekken.”

“Omdat hij een positieve beslissing heeft, natuurlijk. Hij mag in een appartement gaan wonen en hij mag gaan werken. Dat weet hij toch”, antwoordt Kim verbaasd.

“Hij heeft helemaal geen beslissing, zegt hij, hij weet van niets”, klinkt het antwoord van de tolk, die een binnenpretje nog moeilijk kan verbergen. Kim heeft hem door: “Zeg eens, wie heb jij eigenlijk naar hier laten komen ? Dat is iemand anders, hé ? Jij …”

De “tolk” schatert het uit: “Jij hebt toch gezegd dat je me vertrouwt ?! Deze man heeft dezelfde naam als die andere en omdat die momenteel niet in het centrum aanwezig is, heb ik deze maar laten komen !!!”

Uiteindelijk heb ik twee dagen later de echte “positieve” naar Deurne gevoerd en als ik nu in het centrum de “tolk” zie, steekt hij al van ver zijn duim in de lucht …


Norbert Chantrain.




Rie is vroeger vrijwilligster geweest in het opvangcentrum. Momenteel doet ze daar een stage in het kader van een opleiding die ze volgt en doet haar verhaal:

We zijn in het voorjaar begonnen met een maandelijkse fietstocht naar de kinderboerderij van Brasschaat. Ongelooflijk hoe deze fietstocht steeds weer een succes was. Het maximum aan beschikbare fietsen werd dan ook steeds benut, gewoonlijk hadden we een 10tal bewoners mee op pad. Het drankje nadien werd met veel enthousiasme gesmaakt.

Tevens werden toen ook de eerste , voor mij dan toch , culturele uitstappen ondernomen. Zo was er het bezoek aan het museum voor Schone kunsten te Antwerpen en het bezoek aan het Muhka, waar we een gratis rondleiding met opdrachten wonnen. We gingen met de trein naar Tervuren ,naar het Afrikamuseum. Een zeer mooie uitstap.

Na de zomervakantie werden er regelmatiger uitstappen georganiseerd.

In een prachtig gekleurd herfstkleedje bezochten we het Middelheimpark met een speciale tentoonstelling van Paul Mc Carthey. Het Diamant museum en nadien het Fotomuseum van Antwerpen waren ook een succes.

Van treinuitstappen houden we, dus bezochten we in Brussel aan de voeten van het Atomium, Mini Europa.

Maar onze "Kerstuitstap" was de kers op de taart. Het eeuwig mooie Gent was betoverend in zijn winterkleedje. Dank zij jullie geloof in de waarde van deze uitstap kon deze op de valreep toch nog doorgaan.We profiteerden er meteen van om in het S.M.A.K. het vervolg te gaan zien van de tentoonstelling van Paul Mc. Carthey .

Mijn programma's die ik mag afwerken onder het toeziende oog van mijn mentor Patrick hebben steeds een groot succes.

Er gaan variërend tussen de 10 à max. 15 personen mee. Meermaals staan er enkele personen op de wachtlijst.

Er worden tijdens deze uitstappen nieuwe contacten gelegd bij de bewoners onderling en hun nieuwsgierigheid naar de voor hen onbekende "kunst" is steeds weer fantastisch om aan te zien. Samen met hen geniet ik dan van wat de kunstwereld ons te bieden heeft. Hoe zij dit allemaal beleven kan ik jullie op "sprekende" foto's laten zien.

Daarom ; DIKKE MERCI, in naam van iedereen die is mee kunnen gaan dank zij jullie sponsoring.

Hopelijk mogen we dit in 2008 nog veelvuldig overdoen.


Rie Van Velthoven.




Nieuw was voor onze vrijwilligersvereniging in 2007 dat we zelf een jonge stagiaire in ons midden hadden gedurende twee weken. We waren er wel fier om en Kathleen zelf blijkbaar heel enthousiast en tevreden …

Ik ben Kathleen en ik ben student aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen. Vorig jaar heb ik in maart 2007 ongeveer 10 dagen stage gelopen bij de vrijwilligers van Vlucka.

Ik ben in contact gekomen met jullie organisatie via een zoeksite op onze school. Wat jullie doen, sprak mij direct aan. Na contact te hebben gelegd met Norbert en na overleg met alle andere vrijwilligers mocht ik bij jullie stage komen doen.

Ik kwam voor het eerst in contact met jullie werking tijdens de Vrouwendag en de voorbereiding daarvan.

Daarna heb ik tijdens mijn stage verschillende dingen gedaan namelijk: huiswerkbegeleiding, lessen Nederlands, het naaiatelier, de vestiaire, tekeninitiatie, “Doemamee”, bezoek aan het museum van Schone Kunsten in Antwerpen, de huisraad, koken met alleenstaande minderjarige asielzoekers en de “Womens club”. Zoals jullie zien was dat heel wat in een korte periode. Bij elk van deze dingen blijven stilstaan zou me wat te ver brengen, denk ik.

Ik heb daar in ieder geval een hele toffe tijd gehad. Ik heb bijzonder veel geleerd op die 10 dagen en ik denk ook dat ik mag zeggen dat ik vele aspecten van het vrijwilligersschap bij jullie tegengekomen ben, zowel de positieve als negatieve punten, wat er natuurlijk ook bij hoort.

Wat jullie allemaal doen, vind ik fantastisch en ik denk ook wel dat dat door de bewoners geaccepteerd wordt.

Ik zou graag Norbert, Ingrid, Rit en al die andere vrijwilligers nog eens hartelijk willen bedanken omdat ik die stage heb mogen doen. Iedereen heeft me fantastisch opgevangen en begeleid tijdens mijn stage. Zonder jullie zou het zeker niet zo leerrijk geweest zijn. Ik heb veel geleerd en er zijn zeker dingen die ik nooit meer zal vergeten.


Kathleen De Roeck.




Lieve en Ingrid vertellen beiden over de uitstappen, die in de zomermaanden met bewoners georganiseerd worden en vooral over wat die contacten én voor bewoners én voor vrijwilligers kunnen betekenen …

Aan het koken heb ik vorig jaar niet veel deelgenomen, wel aan de uitstappen met Afrikaanse vrouwen naar het Peerdsbos. De kinderen hebben zalig kunnen ravotten terwijl de vrouwen wat konden praten bij een drankje. Ook de uitstap naar het bijenmuseum in Kalmthout heb ik meegedaan. Dat was een hele lieve groep bewoners, maar er waren te weinig mensen die de gids verstonden. Een uitstap met gids lijkt me dus minder geschikt voor mensen uit het centrum, tenzij het een museum is waar ze enkel moeten kijken.

Verder zijn we met een paar mensen in Antwerpen op stap geweest en met de koets een ritje gemaakt; dat was heel tof, vooral omdat we een goede tolk hadden.

Maar het meest was ik dit jaar toch geraakt door Aishe, die hier moederziel een kind ter wereld moest brengen van een verkrachter. Ze zag er altijd zo verdrietig uit. Gelukkig zijn er in het centrum bewoners die goed voor haar zorgen. Ik had van vrienden een hele mooie kinderwagen gekregen. Daarmee ben ik haar gaan bezoeken in de kraamkliniek en de gelukzalige glimlach die ik toen te zien kreeg zal ik niet gauw vergeten, ik werd er helemaal warm van. Spijtig dat ze enkel haar moedertaal kan, zodat communiceren erg moeilijk is.


Lieve De Ridder.




Een kort verslagje van onze uitstap met 8 bewoners van het centrum en 6 vrijwillig(st)ers naar Essen op dinsdag 2 oktober 2007. Om 13.30u vertrokken we in het centrum met 3 auto's naar het heemkundig museum in Essen. Bedankt, Mai, dat je voor een goede gids hebt gezorgd. Het was heel interessant.


Balasu enYasotha van Sri Lanka, Bahjat en Nadira van Iran, Nerses en Karina van Armenië hebben heel geboeid rond gekeken. Ze herkenden verschillende oude voorwerpen. In de banken van het oude klasje hadden we veel plezier toen ze in hun eigen taal en schrift op het bord en op hun lei het woord "Moeder" schreven. Bij de oude klederdrachten mochten ze zelfs enkele antieke hoeden passen. De mooie schilderijen werden heel aandachtig bekeken, vooral door Nerses van Armenië die zelf ook schildert. Ze genoten er echt van.

Daarna zijn we naar de Kiekenhoeve gereden waar we hen trakteerden op een wafel of pannenkoek met koffie of een pintje. Met veel handgebaren en zelfs tekeningen, hé Ria !! probeerden we ons verstaanbaar te maken. Als je slechts van augustus hier bent heb je nog niet veel Nederlands kunnen leren. Twee jonge vrouwen waren zwanger en konden ons dat fier met gebaren duidelijk maken. Balasu en Yasotha van Sri Lanka hebben pas hun erkenning gekregen als vluchteling en zoeken nu een woning in de omgeving van Antwerpen. Zij zijn natuurlijk blij maar missen hun familie wel.

Nog even een toertje langs het karrenmuseum en afsluiten met een groepsfoto. Rond 17.30u waren we terug in het centrum en bedankten de bewoners ons hartelijk. Wij willen ze graag nog eens ontmoeten.

Dank aan Pari die voor ons deze mensen had aangesproken.

Het was een heel verrijkende ontmoeting voor ons allemaal. Telkens we daarna in het centrum komen zijn we geen onbekenden meer voor elkaar.

Een week later kom ik in het centrum en Nerses en Karina wenken mij en vertellen droevig dat er iets mis is met hun zwangerschap. Het kindje is niet levensvatbaar. Ik heb hen dan begeleid naar Klina waar zij noodgedwongen is moeten bevallen met veel pijn en verdriet.

Zo brengen deze uitstappen ons dichter bij sommige bewoners en ontstaan er warme contacten.


Ingrid Niesen.



Meer dan een dozijn “parels” hebben we hier aaneengeregen, maar we sluiten het “parelsnoer” niet … want ook in 2008 zetten vrijwilligers – met vallen en opstaan – hun werk verder.



Hartelijk dank aan allen, ook de velen die hierboven niet vermeld werden, en goede moed, creativiteit en “mensen - gaarne - zien” in 2008 en later !!!

Januari 2008.